Gisterenavond naar het laatste deel van de serie rond AMG Schmidt gezien. In tegenstelling tot de recensent van de Volkskrant, ben ik wél positief. Al was het maar om de mooie manier waarop Theo Nijland de rol van Harrie Bannink vertolkte. Maar niet in het minst om de uitvoering van een lied van Schmidt dat ik niet kende, maar me deed denken aan mijn vader: 87 inmiddels en steeds meer tobbend met het zogeheten “woordvindingsprobleem”. Ontroerend.
Ik heb een nummertje gegleden
Van boven naar beneden
En heel wat afgevreeen als het zo uitkwam
Ik heb mensen zien dringen
Voor heel malle dingen
Ik heb van alles gedronken zoals je dat doet
Ik heb dikwijls gedacht
Ik had er meer van verwacht
Maar alles bij elkaar
Was het jofel evengoed
In de poffertjeskraam
pik je een vorkkie mee
En de kop van Jut doet je hijgen
Je voelt je zo thuis als een zeeman op zee
Je kunt niet genoeg van d'r krijgen
En als je denkt dat het eindloos zo door kan gaan
Zie je ineens je familie aan je hoofdkussen staan
Ze kijken met iets van verwachting je aan
En dan zeg je: tja
De kuil wordt gedicht
En je ooms staan d'r bij
In d'r luie zakdoek te snuiten
En jij staat nog eens voor het laatst in de rij
Boven aan de hemelpoort buiten
Dan komt er een man met een sleutelbos aan
Die loopt langs de rij en bij jou blijft hij staan
Dan vraagt ie: wat heb jij beneden gedaan
En dan zeg je: eh ja ik eh..
Ik heb kermis gevierd
Nou ja een beetje langs de baan gezwierd
En wat gezwaaid toen de fanfare voorbij kwam
Oh ja, ik heb ook nog een nummertje gegleden
Van boven naar beneden
En heel wat afgevreeen als het zo uitkwam
Ik heb mensen zien knokken
Om heel kleine brokken
Ik heb veel horen liegen, het schijnt dat dat moet
Ik heb dikwijls gedacht
Ik had er meer van verwacht
Maar alles bij elkaar was het jofel evengoed...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten